Green belt training

Wat maakt een Green Belt onmisbaar binnen Lean Six Sigma projecten?

Ik dacht dat het gewoon een dure certificatie was

Eerlijk gezegd vond ik het in het begin allemaal een beetje overhyped. Collega’s die ineens “Green Belt” in hun e-mailsignatuur hadden staan, alsof ze zwarte band in karate hadden behaald. Toen mijn baas zei dat ik Green Belt moest gaan doen dacht ik: weer zo’n dure cursus die mijn werkgever cool vindt maar waar ik niks mee ga doen. Wat een vergissing dat was. Na anderhalf jaar Green Belt werk weet ik waarom dit level zo anders is dan Yellow of Orange Belt. Het is niet gewoon meer van hetzelfde – je wordt verantwoordelijk voor projecten die echt geld kosten en opleveren. Echte impact, echte druk, echte resultaten. Mijn Lean Six Sigma Green Belt training bij Lean People opende mijn ogen voor hoe zwaar maar ook hoe bevredigend dit werk is. Green Belts zijn geen luxe – zonder ons blijven alle mooie plannen op papier steken en gebeurt er eigenlijk niks.

Ineens ben je de baas van mensen die je niet kunt ontslaan

Mijn eerste Green Belt project was een nachtmerrie wat betreft mensen managen. Ik moest een team van veertien personen leiden uit zes verschillende afdelingen om onze klanttevredenheid te verbeteren. Klinkt leuk op papier, maar in de praktijk had iedereen zijn eigen baas, zijn eigen prioriteiten, en zijn eigen mening over hoe het moest. De IT-jongens dachten dat alles opgelost kon worden met nieuwe software. De sales mensen zeiden dat het probleem bij productie lag. Productie wees naar logistics. En ik? Ik had geen enkele hiërarchische macht over deze mensen. Kon ze niet dwingen, kon ze niet belonen, kon ze niet straffen. Moest het puur doen met overtuigingskracht en slimme planning. Eerste maand was pure frustratie – vergaderingen die nergens toe leidden, mensen die afspraken niet nakwamen, iedereen die deed alsof mijn project een bijzaak was. Green Belt training had me voorbereid op de technische kant, maar niet op de politieke realiteit van projectleiding zonder autoriteit.

Excel werd ineens mijn beste vriend

Voor Green Belt was ik iemand die Excel vermeed als de pest. Nu leef ik er praktisch in. Het verschil met Yellow en Orange Belt is dat je echt moet kunnen analyseren, niet alleen meten. Regressieanalyse, hypothesetoetsen, statistische significantie – allemaal dingen waar ik vroeger van wegliep. Maar tijdens mijn klanttevredenheidsproject bleek dat ik echt moest snappen of de patronen die ik zag toeval waren of niet. Hadden klanten uit bepaalde regio’s écht meer klachten of leek dat alleen maar zo? Was er echt verband tussen levertijd en tevredenheid of was dat gewoon aanname? Drie maanden lang heb ik data geanalyseerd tot ik er gek van werd. Maar het leverde wel inzichten op die niemand verwacht had. Bleek dat onze grootste problemen zaten bij kleine klanten, niet bij grote zoals iedereen dacht. En dat snellere levering helemaal niet het belangrijkst was – betrouwbaarheid wel. Zonder die analyses hadden we de verkeerde oplossingen bedacht.

Mensen overtuigen die niet overtuigd willen worden

Dit was het moeilijkste deel – werken met mensen die gewoon niet wilden dat er iets veranderde. Begrijpelijk ook, want mijn project betekende dat verschillende afdelingen hun werkwijze moesten aanpassen. Niemand zat te wachten op een of andere certificaathouder die hun vertelde hoe ze hun werk moesten doen. Eerst probeerde ik het met logica – powerpoints vol grafieken die bewezen dat verandering nodig was. Werkte niet. Toen probeerde ik het met autoriteit – verwijzen naar management support. Werkte nog minder. Uiteindelijk begreep ik dat je mensen mee moet nemen in het ontdekken van problemen in plaats van ze vertellen wat er mis is. Organiseerde sessies waar zij zelf konden meten hoe lang dingen duurden, waar fouten ontstonden, wat klanten écht zeiden. Ineens waren het hun inzichten, niet mijn opdrachten. Veel effectiever, maar ook veel tijdrovender. Als Green Belt ben je voor de helft projectleider en voor de helft psycholoog.

De druk van echte budgetten en deadlines

Hier merkte ik pas echt het verschil met eerdere belt levels. Mijn project had een budget van honderdvijftigduizend euro en moest binnen acht maanden minstens tweehonderdduizend euro per jaar besparen. Dat zijn geen speelcijfers. Als het mislukt, heeft dat gevolgen voor de organisatie én voor mijn carrière. Ik moest maandelijks rapporteren aan een stuurgroep met drie directieleden die er weinig zin in hadden als ik kwam vertellen dat het “wel goed kwam”. Ze wilden cijfers, planning, risico’s, bijsturingsmaatregelen. Eerste keer dat ik daar zat had ik echt zwetende handen. Maar na een paar maanden leerde ik dat transparantie werkt – gewoon eerlijk zeggen waar je staat, wat er mis gaat, en wat je eraan doet. Directie houdt veel meer van slechte nieuws met een plan dan van mooie praatjes zonder onderbouwing. In onze onderneming zijn Green Belt projecten echte investeringen geworden, geen leuke bijzaakjes.

Andere mensen slimmer maken is net zo belangrijk

Wat ik niet verwachtte is hoeveel tijd ik kwijt ben aan het helpen van Yellow en Orange Belts. In elk project zitten mensen die nog leren hoe Lean Six Sigma werkt. Mijn taak is niet alleen het project succesvol maken, maar ook zorgen dat zij groeien. Een Orange Belt die voor het eerst een Fishbone diagram moet maken, een Yellow Belt die niet snapt waarom we meten in plaats van gissen, teamleden op de werkvloer die denken dat het allemaal tijdverspilling is. Soms voelt het alsof ik meer tijd besteed aan lesgeven dan aan projectleiding. Maar het loont wel – mensen die begrijpen waarom we dingen op een bepaalde manier doen, werken veel beter mee. En ze dragen de kennis weer over naar hun eigen werk. Green Belts zijn eigenlijk virusverspreiders van procesverbeteringsdenken. Niet op een slechte manier, maar we zorgen ervoor dat die mindset zich door de hele organisatie verspreidt.

Het is zwaar maar verslavend goed

Na twee jaar Green Belt werk kan ik zeggen dat het zwaarder is dan ik dacht, maar ook veel bevredigender. Je wordt de persoon die wordt gebeld als er echt iets moet veranderen. Je krijgt projecten die ertoe doen voor de organisatie. Je leert skills die je overal kunt gebruiken – data analyse, projectleiding, verandermanagement, stakeholder management. Maar het is niet voor iedereen. Je moet kunnen omgaan met druk, politieke spelletjes, en de frustratie van langzame verandering. Je moet durven opkomen voor je bevindingen ook als ze niet populair zijn. En je moet bereid zijn om echt veel tijd te investeren in je ontwikkeling. Lean Six Sigma Green Belt training is geen cursusje dat je er even bijdoet. Het is een carrièreswitch naar het wordt van iemand die complexe problemen oplost. Als je daaraan toe bent en de verantwoordelijkheid aandurft, dan is Green Belt één van de beste stappen die je kunt zetten. Maar ga er niet lichtzinnig in – het wordt je tweede baan naast je eerste.